Een nieuwe workout maken

In de modus Workout kunt u geavanceerde workouts maken met meerdere stappen met verschillende afstanden, rusttijden en trainingsdoelen.

De stappen van een workout bestaan uit twee elementen: een duur en een doel. De duur ("Go until" [Doorgaan totdat]) geeft aan wanneer het einde van de stap is bereikt. U kunt een stap maken die een bepaalde tijdsduur of afstand heeft, of die duurt tot u een bepaalde hoeveelheid calorieën hebt verbrand. U kunt ook een stap maken die duurt tot u op de rondeknop op het toestel drukt.

Het doel ("Maintain" [Aanhouden]) is de doelstelling voor de stap. Het doel kan inhouden dat u tijdens de duur van de stap uw snelheid of hartslag binnen een bepaald bereik houdt, maar u kunt ook een stap maken zonder een specifiek doel.

In een workout kunnen ook stappen met herhaling voorkomen. Zie Stappen met herhaling maken voor meer informatie.

  1. Selecteer Bestand > Nieuwe workout.
  2. Klik op het pictogram Informatie .
  3. Typ een naam voor de stap in het veld Naam (optioneel).
  4. Als u de stap als een ruststap wilt instellen, schakelt u het selectievakje Ruststap in.
  5. Selecteer de duur voor de stap in de lijst Go until (Doorgaan totdat). Als u een duur selecteert die is gebaseerd op tijd, afstand, hartslag of calorieën, worden extra velden aan het venster weergegeven voor het opgeven van instellingen.
  6. Selecteer het doel voor deze stap in de lijst Maintain (Aanhouden). Als u een doel selecteert dat is gebaseerd op een cadans of een snelheids- of hartslagbereik, worden extra velden weergegeven voor het opgeven van instellingen.
  7. Klik op het pictogram Stap toevoegen om de volgende stap voor de workout te maken. U kunt ook stappen met herhaling toevoegen. Zie Stappen met herhaling maken voor meer informatie.
  8. Herhaal deze procedure tot u alle stappen voor de workout hebt gemaakt.

OPMERKING: bij het samenstellen van een workout is het belangrijk om overgangsstappen te maken waarmee u snelheid kunt opbouwen, uw hartslag kunt terugbrengen enz. Als u bijvoorbeeld overgaat van een stap voor wandelen naar een stap voor hardlopen, kunt u een korte stap (van ongeveer tien seconden) maken die geen specifieke doelsnelheid heeft en waarmee u tijd krijgt om over te gaan op een hogere snelheid. Als u overgaat van een stap met een snelle hartslag naar een stap met een kalmere hartslag, kunt u een ruststap invoegen waarin uw hartslag tot rust kan komen.